Mensen met autisme kunnen moeite hebben om te begrijpen wat andere mensen bedoelen. Doordat taal te letterlijk wordt genomen, de toon niet wordt opgemerkt of non-verbalen communicatie niet wordt begrepen is het moeilijk om contact met anderen te maken of een gesprek te voeren.
Autisme, of autismespectrumstoornis (ASS), verwijst naar een breed scala van aandoeningen die worden gekenmerkt door problemen met sociale vaardigheden, repetitief gedrag, spraak en non-verbale communicatie. Ongeveer 1 op 44 kinderen in Nederland wordt gediagnosticeerd met autisme.
Autisme als spectrum met meerdere varianten
We weten dat er niet één autisme is, maar vele subtypes, waarvan de meeste beïnvloed worden door een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. Omdat autisme een spectrumstoornis is, heeft elke persoon met autisme een eigen reeks sterke punten en uitdagingen. De manier waarop mensen met autisme leren, denken en problemen oplossen kan variëren van zeer vaardig tot ernstig beperkt. Sommige mensen met autisme hebben aanzienlijke ondersteuning nodig in hun dagelijks leven, terwijl anderen minder ondersteuning nodig hebben en, in sommige gevallen, volledig zelfstandig kunnen leven.
De symptomen van autisme
Verschillende factoren kunnen van invloed zijn op de ontwikkeling van autisme, en het gaat vaak gepaard met zintuiglijke gevoeligheden en medische problemen zoals maag-darmstoornissen, epileptische aanvallen of slaapstoornissen, evenals geestelijke gezondheidsproblemen zoals angst, depressie en aandachtsproblemen.
De symptomen van autisme doen zich meestal voor rond de leeftijd van 2 of 3 jaar. Sommige ontwikkelingsachterstanden kunnen zelfs nog vroeger optreden, en vaak kan de diagnose al vanaf 18 maanden worden gesteld. Onderzoek toont aan dat vroegtijdig ingrijpen leidt tot positieve resultaten later in het leven voor mensen met autisme.
Tekenen van autisme
- niet reageren op hun naam.
- het vermijden van oogcontact.
- niet glimlachen als iemand naar hen lacht.
- erg overstuur raken als ze een bepaalde smaak, geur of geluid niet lekker vinden.
- repetitieve bewegingen, zoals met de handen wapperen, met de vingers wapperen of met het lichaam wiegen.
- niet zo veel praten als andere kinderen.
Waardoor wordt autisme veroorzaakt?
Zowel genetica als omgeving kunnen een rol spelen. Genetica. Verschillende genen lijken betrokken te zijn bij autisme spectrum stoornis. Bij sommige kinderen kan autisme spectrum stoornis geassocieerd worden met een genetische aandoening, zoals het Rett syndroom of fragiele X syndroom.
Kan autisme overgaan?
Het korte antwoord is nee. Autisme is een levenslange diagnose, en er is geen genezing bekend. Omdat het een spectrumstoornis is, zijn er verschillende gradaties van autisme en niveaus van invaliditeit. Sommige kinderen met mildere symptomen kunnen leren hoe ze beter met de stoornis kunnen omgaan dan anderen.
Autisme en deelname aan arbeidsmarkt
Autisme spectrum stoornis (ASS) wordt door veel werkgevers als een handicap beschouwd. Toch kunnen autistische volwassenen het moeilijk hebben om een reguliere, betalende baan te vinden.
Maar nu steeds meer werkgevers openstaan voor gehandicapte werknemers, krijgen autistische volwassenen meer mogelijkheden.
Als u zelf een autistische volwassene bent (of uer een aan het opvoeden bent) wees er dan op voorbereid dat het meer moeite kost bij het zoeken naar een baan.
Minder dan de helft van de volwassenen met autisme heeft een baan. Van hen hebben velen slechts een deeltijdbaan of doen werk waarvoor ze overgekwalificeerd zijn.
Er zijn ook veel autisten die als vrijwilliger of in programma’s buiten de mainstream werken.
Hier zijn een paar belangrijke redenen waarom autistische volwassenen vaak onder hun niveau gaan werken:
Een van de moeilijkste realiteiten waarmee u als autistisch persoon of ouder van een autistisch kind te maken krijgt, is dat uw capaciteiten niet altijd voldoende zijn om een goede baan te krijgen en te houden.
Een jong volwassene met autisme kan bijvoorbeeld een briljant wiskundige zijn, maar als hij of zij zijn of haar vaardigheden niet kan generaliseren naar een andere functie – zoals boekhouden of statistiek – is er misschien geen baan voor hem of haar.
- Lage verwachtingen: Weinig scholen – en soms zelfs gezinnen – verwachten dat autistische kinderen een bevredigende carrière zullen vinden. De uitzondering is als ze toevallig buitengewone vaardigheden hebben. De lagere verwachtingen voor de meeste autistische kinderen kunnen echter destructief zijn voor hun zelfvertrouwen.
- Concurrentie en uitdagingen: Om een baan te krijgen in de algemene gemeenschap, moeten autisten concurreren voor posities. Dat kan moeilijk zijn voor mensen met gecompromitteerde sociale communicatievaardigheden. Deze uitdagingen kunnen hun prestaties in sollicitatiegesprekken belemmeren en het moeilijk voor hen maken om succesvol met collega’s om te gaan. Sommige volwassenen met autisme vinden het ook moeilijk om de fysieke vereisten van de werkplek aan te kunnen, vooral als ze gevoelig zijn voor licht, geluid en andere stimuli waar ze in deze omgeving misschien geen controle over hebben.
- Gebrek aan programma’s: De meeste werkplekprogramma’s voor gehandicapte volwassenen zijn niet ontwikkeld met autisme in gedachten. Ze waren eerder bedoeld voor mensen met een verstandelijke of lichamelijke handicap.
Andere factoren kunnen zijn:
- Sociale angst
- Ernstige zintuiglijke uitdagingen
- Inflexibiliteit
- Moeite met het omgaan met kritiek
- Onwil om te delen of samen te werken
Autistische volwassenen moeten hun sterke punten en uitdagingen op de werkplek begrijpen – en zo goed mogelijk accepteren.
Zodra deze factoren zijn geïdentificeerd, kan een persoon pleiten voor opleiding, stages, en “job carving” om hem te helpen de best passende baan te vinden.